Quantcast
Channel: Vastgoed – Inspirerend Wonen
Viewing all articles
Browse latest Browse all 89

Japanse architectuur van vroeger tot nu

$
0
0

De interesse in de Japanse cultuur is de laatste jaren erg groot. Ook in de architectuur zien we dat veel westerse (top)architecten zich door Japan laten inspireren, en dat al geruime tijd. Wil je graag meer te weten komen over de Japanse architectuur? Dit artikel voert je mee door de volledige geschiedenis, van de traditionele huizenbouw tot de futuristische architectuur van Toyo Ito.

Japans interieur

Elementen van de traditionele Japanse bouwkunst

De Japanse cultuur is ontstaan op – hoe kan het ook anders – een eiland. Daardoor ontwikkelde deze cultuur een bouwkunst met enkele opvallende, unieke eigenschappen:

  • Hout wordt in al z’n vormen gebruikt: planken, schors, papier, … Andere bouwmaterialen worden over het algemeen vermeden.
  • Het dak is bijna altijd het meest indrukwekkende onderdeel van een Japans bouwwerk, of het nu om een boerderij of een reusachtige tempel gaat.Elk gebouw is op ongeveer dezelfde manier opgebouwd: met pillaren en lateien. Tussen de pillaren en de lateien worden geen massieve muren opgetrokken, maar papieren schuifdeuren en andere dunne wanden. Op die structuur rust het dak, dat groot en opvallend is en zachtjes glooit. Het dak is bijna altijd het meest indrukwekkende onderdeel van een Japans bouwwerk, of het nu om een boerderij of een reusachtige tempel gaat.
  • Een Japans interieur is flexibel. Veelal kunnen de muren worden verschoven en kun je de functie van een ruimte makkelijk veranderen.
  • Vaak wordt een huis of een tempel omgeven door een ‘veranda’ of ‘porch’ (wat we in Vlaanderen een overdekt terras zouden noemen). Deze ruimte vormt de overgang tussen binnen en buiten.

Geschiedenis van de Asuka- tot de Edoperiode

Hoewel de Japanse bouwkunst op een eiland is ontstaan, staat ze allesbehalve los van de Chinese, Koreaanse of Indiase architectuur. Integendeel: doorheen de geschiedenis werd Japan meermaals heel intensief beïnvloed door zijn buren, en dan vooral door buurland China. Dat zie je duidelijk wanneer je een blik werpt op de verschillende stijlperiodes van Japan:

  • Horyuji-tempelAsukaperiode (538-710 n.Chr.): Samen met het boeddhisme komt een eerste boeddhistische bouwstijl vanuit China overgewaaid naar Japan. Je kunt deze stijl nog altijd zien in Horyuji, een tempelcomplex uit de zevende eeuw. Deze tempels vertonen zelfs West-Aziatische invloeden, die Chinese missionarissen met zich meebrachten.
  • Tijdens de Naraperiode (710-794) is de Chinese Tang-stijl de grootste invloed op de Japanse bouwkunst. Decoratie treedt op de achtergrond en het gebouw zelf wordt belangrijker.
  • Om de ongeziene macht van de boeddhistische monniken in de hoofdstad Nara tegen te gaan, besluit de keizer om de hoofdstad te verhuizen naar Kyoto. Dit is het begin van de Heianperiode (794-1185), waarin Japanse elementen opnieuw op de voorgrond treden. Het nieuwe keizerlijke paleis, met een hoofdgebouw en allerlei zijgebouwen op een symmetrisch grondplan, vormt de basis voor de vele adellijke woningen uit deze periode.
  • Kamakura- en Muromachiperiodes (1185-1573): Door technologische innovaties beweegt de Japanse architectuur zich in een nieuwe richting. Gebouwen worden beveiligd tegen aardbevingen en de architectuur wordt strakker. Zentempels met kleinschalige theehuisjes zijn het antwoord van de monniken op de decadentie van de adel. Tijdens deze periode wordt de basis gelegd voor de o zo herkenbare traditionele Japanse huizen.
  • Himeji-kasteel in de Japanse stad HimejiAzuchi-Momoyamaperiode (1568-1603): Tijdens deze korte periode wordt Japan eengemaakt na een lange periode van burgeroorlogen. Japans mooiste (stenen!) kastelen – zoals die van Himeji en Matsumoto – werden rond het jaar 1600 gebouwd. Bouwheren gingen op zoek naar verfijning, ook in interieurs en tuinen.
  • Uiteindelijk breekt het Tokugawa-shogunaat of de Edoperiode (1603-1868) aan, waarin Japan ingrijpend verandert. Tokio wordt de nieuwe hoofdstad en groeit al snel uit tot een metropool. Er wordt meer in de hoogte gebouwd.

Moderne Japanse architectuur

Op het einde van de Edoperiode krijgen de westerse grootmachten eindelijk een voet tussen de deur in Japan. De invloeden uit Europa en Amerika stromen gestaag binnen. Sinds het einde van de negentiende eeuw wordt er in Japan veel gebouwd volgens westerse principes en technieken. Zo tref je in Tokio, Kyoto en Osaka nog altijd heel wat indrukwekkende Victoriaanse, neoklassieke en modernistische bouwwerken aan.

Tokio, een moderne stad

Maar minstens even interessant is de opkomst van een heel eigen, moderne architectuur in Japan. De grootste namen uit de moderne Japanse architectuur doen wellicht een belletje rinkelen:

  • Vredespark van Hiroshima door Kenzo TangeKenzo Tange (1913-2005) combineerde traditionele Japanse bouwstijlen met modernistische principes. Hij werd sterk beïnvloed door het werk van Le Corbusier en won in 1987 de prestigieuze Pritzkerprijs. Zijn bekendste creaties? Het vredespark van Hiroshima, de Olympische stadions in Tokio en het hooggerechtshof van Pakistan.
    Tange stond mee aan de wieg van de ‘metabolisten’, een groep die heel futuristische architectuur maakte. De gebouwen tonen zich als brutale ‘megastructures’, maar zijn eigenlijk opgebouwd uit kleinere cellen, net zoals een organisme. Het bekendste voorbeeld hiervan is het onnavolgbare capsulehotel Nakagin in Tokio.
  • Kazuo Shinohara (1925-2006) verwierp westerse invloeden, maar ontwikkelde wel extreem vooruitstrevende, lichte en luchtige architectuur.
  • Arata Isozaki (geboren in 1931) mengde het metabolisme van Tange met een meer Europees brutalisme. Zijn meest iconische bouwwerk is de modernistische Art Tower Mito.
  • Sendai-mediathèque van Toyo ItoToyo Ito (geboren in 1941) is zonder enige twijfel de beroemdste levende architect uit Japan, en een van de meest geprezen architecten ter wereld. Ook in België bouwde hij al het een en ander, zoals het Toyo Ito-paviljoen ter ere van Brugge Culturele Hoofdstad 2002 (nu afgebroken). Hij was ook nauw betrokken bij de stadsontwikkelingsplannen van Antwerpen. In 2013 sleepte Ito de Pritzkerprijs in de wacht. Je kunt Toyo Ito niet zomaar beschrijven met één stijl: hij maakt telkens originele, grensverleggende architectuur die inspeelt op de omgeving en de uitdagingen van het project.

Hoe ziet een traditioneel Japans huis eruit?

Anno 2016 is Japan een ultramodern land met veel baanbrekende architectuur. Toch wonen de Japanners zelf vaak nog erg traditioneel en met relatief weinig comfort. Zowel op het platteland als in de steden zijn er nog veel woningen die op de traditionele manier zijn ingericht. Dat betekent dat er ‘tatami’ (stromatten) op de grond liggen en dat de kamers van elkaar worden gescheiden met ‘fusuma’ en ‘shoji’ (schuifdeuren en wanden uit rijstpapier of dun hout). Veelal hebben de kamers geen vaste functie. Wat overdag dienstdoet als woonkamer, kan ’s nachts de slaapkamer worden, want de meubels zijn vaak mobiel. Een bed is dan ook niets meer dan een ‘futon’ (uitrolbare matras) en een knus dekbed.

Thee op tatami Japans interieur met schuifdeuren en tatami

Weet je hoe je pas echt zeker kunt zijn dat je in een traditioneel Japans huis bent beland? Als er een  ‘irori’ is. Dat is een open haard die in de vloer is verzonken. Boven het vuur hangt een ijzeren haak in de vorm van een vis, waaraan je een kookpot aan kunt hangen.

Irori, een Japanse open haard in de vloer

 

 


Viewing all articles
Browse latest Browse all 89